H R D
HRD staat voor Human Remains Detection, ook wel menselijke resten of kadaver detectie. HRD honden zijn dus kadaver-zoekhonden.
Wij trainen onze honden uitsluitend als HRD zoekhonden om de geur van ontbindende menselijke lichamen of lichaamsdelen (waaronder begrepen bloed, botten en weefsels) op te sporen. Honden kunnen deze diep in de grond of onder ingestorte gebouwen detecteren. Maar ook lichamen of delen die zich onder het wateroppervlak bevinden kunnen honden vinden. Zelfs indien een stoffelijk overschot is verplaatst, kunnen sommige honden geurresten herkennen op de oorspronkelijke ligplaats, welke erop wijzen dat daar ooit een lichaam heeft gelegen.
HRD zoekhonden zijn alleen getraind om menselijke resten op te sporen en kunnen dus het verschil detecteren tussen menselijke resten en in ontbinding verkerende dieren. Door het sterke onderscheidende reukvermogen van de hond kan deze ontbindende dieren negeren en zich specifiek richten op de geur van een overleden mens. Dankzij hun scherpe en sterke reukvermogen kunnen de honden een overleden persoon veel sneller detecteren en vinden dan wij mensen.
Zodra een HRD-hond iets heeft gevonden zal de hond moeten verwijzen als teken van een positieve indicatie: dit kan zijn door te blaffen en/of te gaan zitten of te liggen.
Binnen ons team trainen wij onze honden om in beginsel te zoeken aan de lange lijn. Wel op basis van air-scent (dus het oppikken van geur via de lucht en niet via een spoor op de grond). Waar gewenst kunnen de honden ook los zoeken. De reden om de honden in basis te leren zoeken aan de lange lijn is gelegen in het feit dat bij sommige zoekacties de hond mogelijk gevaar kan lopen indien deze los loopt, bv. bij (drukkere)wegen. Wij willen voorkomen dat de honden alsdan niet gewend zijn om aan de lijn te zoeken.
Wij leiden de honden op door ze bekend te laten raken met de geur (middels gebruik van menselijke placenta, tanden/kiezen, nagels en haar) en het zoeken. Daarna op diverse afstanden en in diverse situaties. Dit kan buiten in een bos zijn, op open vlakte, gebouwen en/of in en bij water. Wij zorgen ervoor dat de vindplaats ook de nodige “obstakels” kent, zodat de honden ook onder moeilijke (weers)omstandigheden bij de vindplaats zullen uitkomen.
In beginsel kunnen vrijwel alle soorten honden zoekwerk verrichten, aangezien ze de neus er voor hebben. Natuurlijk zijn bepaalde honden beter geschikt door hun bouw (o.a. van de snuit) en hun zoek- en werkdrift, die ze meer hebben dan andere hondenrassen.
Een hond moet zichtbaar plezier in het zoeken hebben. Van belang is ook dat de hondengeleider een goed team vormt met zijn hond en in staat is zijn of haar hond goed te lezen. Aan het gedrag of de handelingen van de hond is te zien of de hond de geur heeft opgepikt en of hij bv. de geur aan het uitwerken is.
Zelfs als er in eerste instantie bij een verwijzing geen zichtbare lichaamsresten zichtbaar lijken te zijn, kan het goed zijn dat er wel degelijk sporen zijn, hoe klein dan ook. Het is dan ook van het grootste belang dat de hondengeleider altijd vertrouwt op zijn hond!